Ik roep het al jaren! Iedereen barst altijd in lachen uit. Nu EINDELIJK een verslaggever op NUSport die het goed kan verwoorden.
Een landheer. Dat woord drong zich aan mij op als ik naar hem keek. Een landheer die weet dat het leven goed is. Met die houding speelde Clarence Seedorf voor de mogelijk laatste keer in de Champions League.
Woorden als landheer zijn nodig om uit te drukken wat je bedoelt, want echt begrijpen doe je hem niet. Dat hebben we nooit gedaan. Op de avond van Barcelona-AC Milan was hij 36 jaar en twee dagen oud. Ongeveer zo oud dus als hij leek toen hij debuteerde bij Ajax, in 1992. Allemachtig, wat zag hij er oud uit voor iemand van zestien – de jongste Ajax-debutant in de eredivisie ooit. Jong, oud, slim, dom, wel of niet sympathiek: bij Seedorf zijn dat lege begrippen. Alsof hij daarboven staat. Net zoals hij vorige week boven alles leek te staan in Camp Nou. Geen moment onder de indruk.
Met dat lome drafje van hem liep hij keurig in zijn zone – over zijn landgoed, passje hier, huppeltje daar.
De linkermiddenvelder van Milan maakte amper fouten. Gevolg van zijn ervaring, van het mijden van risico’s. De routinier wist waar hij staan moest, hoe hij ruimtes ‘afschermde’, wanneer hij frivool kon zijn: even een bal doortikken achter het standbeen langs, maar wel bij de middenlijn.
Innerlijke rust
In het voetbaltheater verbeeldt Seedorf de kalmte, de innerlijke rust; alsof zijn status hem verheft boven de aanstellerijtjes van de prof van nu. Enige Nederlander met vier Champions Leagues op zak… ’s Werelds enige die de Champions League met drie verschillende clubs won… Wie doet hem wat?
Hij zweefde boven het slagveld, minzaam neerkijkend op de sprints en wilde tackles van anderen. Zijn lichaamstaal gaf weinig bloot. Ontzag voor het tikke-takkie van Messi en Xavi? Voor de naderende uitschakeling in de kwartfinale? Geen idee wat zich onder die glimmende kop van hem voltrok.
De, althans wat prijzen betreft, succesvolste voetballer uit de vaderlandse geschiedenis laat zich nauwelijks doorgronden.
87 interlands speelde hij en wie ook de bondscoach was, niemand leek vat op hem te krijgen. De helft van al zijn wedstrijden in Oranje begon of eindigde hij op de bank. Ongelooflijk voor een sportman van zijn kaliber. Denkend aan de international Seedorf zie je een wijsneus in Bursa, Turkije, vier minuten voor tijd bij een 1-0 achterstand een penalty hoog over schieten. Dat die fatale vorm van eigenrichting in 1997 niet al lang is uitgewist door schitterende optredens in het Nederlands elftal, is bizar.
Goedlachs
Mede door het nimmer uit de verf komen in Oranje werd Seedorf nooit van ons. Hij bleef altijd van zichzelf, zijn ijdele, mysterieuze zelf. Goedlachs, maar mogelijk te gereserveerd, te zeer van zichzelf doortrokken om echt van te houden. Ook tijdens Barcelona-AC Milan. Bewondering was er volop, voor het gemak waarmee hij zich als 36-jarige staande hield op dit niveau, voor zijn souvereine houding.
Na afloop, hij was gewisseld, klapte Seedorf voor de spelers die het veld verlieten. Hij zag er verzorgd uit, als een landheer die zei: goed zo jongens, maar nu snel onder douche.
Hij zweefde boven het slagveld, minzaam neerkijkend op de sprints en wilde tackles van anderen.